IP op den Velde viert honderdjarig bestaan met predicaat hofleverancier
20510
post-template-default,single,single-post,postid-20510,single-format-standard,bridge-core-3.1.7,,qode-title-hidden,qode_grid_1200,qode-theme-ver-30.4.2,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.6,vc_responsive

NIEUWS

IP op den Velde viert honderdjarig bestaan met predicaat hofleverancier

IP Op den Velde vierde deze zomer als derde lid binnen IP IndustriePartner haar honderdjarige bestaan. Eerder gingen IP Duursma (1896) en IP Sanders (1908), IP Op den Velde al voor en ook IP Zanten en IP Partool hebben reeds een rijke geschiedenis als zelfstandige bedrijven. Het geeft des te meer aan dat de IP groep een zeer vaste waarde is binnen het industriële landschap in de Benelux en bepaalt niet uit eendagsvliegen bestaat. In een interview met Wout op den Velde, meer over de rijke geschiedenis en toekomst van IP Op den Velde.

Tekst: Ronald Massaut (Mediahuis)

Als groothandel is Op den Velde al honderd jaar toeleverancier van de Zaanse industrie. Overgrootvader Jan op den Velde begon voor zichzelf met een lening van Verkade van honderd gulden als startkapitaal. Hij maakte aanvankelijk drijfriemen en verhandelde olieproducten, populair bij de Zaanse industrie. Ondanks de crisisjaren wist hij het bedrijf uit te breiden. Tot de Tweede Wereldoorlog alles stil legt. Vader Jan had vijf zoons. Twee overleden aan tbc, één verongelukte en Jan Hendrik (Henk) is als verzetsstrijder omgekomen in een concentratiekamp. Alleen Jan jr. bleef over, eigenlijk aannemer van beroep. Vader besliste anders. ,,Vanaf morgen werk je bij mij, zo moet het geklonken hebben’’, denkt Wout op den Velde. Wouts vader, Hans, kwam in 1958 in het bedrijf. Met vier kinderen is Wout uiteindelijk zijn opvolger geworden. Wout – van origine werktuigbouwkundige – is de vierde generatie Op den Velde aan het roer bij het familiebedrijf. Of er een vijfde komt? Beide kinderen, twintigers, hebben zich nog niet uitgesproken. ,,Dat hoeft ook nog niet, want ik ben toch niet van plan om morgen op te stappen. Er doemen mooie samenwerkingsverbanden op met andere Europese familiebedrijven. We hebben elkaar gevonden in een prachtig netwerk. Daar zit voor mij persoonlijk een hele mooie uitdaging in om dit voor alle partijen te laten slagen.’’

UITDAGING

In de woorden van Wout op den Velde klinkt enig ’behoud’ door. Maar: ,,We doen meer dan alleen op de winkel passen. Voor mij persoonlijk zit de uitdaging in de samenwerking in de Benelux met andere goede familiebedrijven middels IP IndustriePartner om gezamenlijk een zakenpartner te kunnen zijn voor grote (industrie)concerns. Dit platform bestaat ook in Europees verband (ONE-MRO). Grote multinationals erkennen ook de lokale kracht van familiebedrijven. Samenwerkend kunnen we die krachten bundelen.

CACAO-INDUSTRIE

Terugkijkend vindt Wout dat elke generatie Op den Velde heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van het bedrijf. ,,Zowel mijn overgrootvader als grootvader zijn meegegroeid met de cacao- en levensmiddelenindustrie in de Zaanstreek. Ze hebben alle ontwikkelingen gevolgd en soms liepen ze daarop vooruit. Ze zijn ook wat distributie betreft dicht bij de industrie gebleven en dat is nog steeds zo. Wij hebben in Zaandam bijvoorbeeld alles voor de cacao-industrie, maar ook voor machines voor de productie van chocolade, voor Royal Duyvis Wiener.’’ ,,Onze kracht is dat we zowel Cargill (Gerkens) als Olam (’Cacao de Zaan’) bedienen, twee grootmachten in de cacao. Voor beide gaan er ook containerladingen met onderdelen naar fabrieken in West-Afrika. We leveren ook nog steeds aan Verkade, onze financier van het eerste uur. Maar bijvoorbeeld ook aan Meyn in Oostzaan die slachtmachines voor gevogelte maken. Medewerkers hebben aan een woord van een klant genoeg. Die kennis en ervaring neemt niemand je zomaar af.’’

OLIE

Vader Hans op den Velde nam in 1991 de ingrijpende beslissing om afscheid te nemen van de divisie van het eerst uur: olie en smeermiddelen. ,,Het werd veel te ingewikkeld gemaakt met telkens nieuwe regels en vergunningen. Hij voorzag dat het alleen maar lastiger zou worden om verder te groeien of om deze tak rendabel voort te zetten. Hij verkocht aan BP en met de opbrengst nam hij een staalgroothandel in Hoorn over. Een strategische aankoop tot op de dag van vandaag.’’ En in Hoorn gebleven, want het bedrijf gelooft in regionale vestigingen met eigen voorraad.

VESTIGINGEN

Alle vestigingen zijn ingericht naar de specifieke behoefte van de belangrijke klanten en de aard van de lokale industrie. Op den Velde houdt 10.000 artikelen op het gebied van staal op voorraad, vooral stalen buizen en – profielen. Verder: 35.000 artikelen gericht op de industrie. ,,Wat er eventueel niet op voorraad is bestellen wij voor de klant elders.’’

VERTROUWEN

Bij Op den Velde werken 85 mensen. Het bedrijf heeft verder vestigingen in Alkmaar, Beverwijk, Amsterdam en Rotterdam. ,,Krijgen we signalen van klanten dat dit van doorslaggevend belang is om de relatie te verstevigen, dan denken we serieus na over openen van een nieuw filiaal. Zo is het bijvoorbeeld gegaan met Crown van Gelder, waarvoor we ook in Beverwijk zijn gaan zitten. In Alkmaar zijn we niet gekomen om groothandel Eriks dwars te zitten, maar daar hebben we onder andere Assa Abloy in Heerhugowaard als klant. Zij maken industriedeuren.’’ In Amsterdam ging het anders. ,,Een Amsterdams bedrijf gaat met tegenzin het Noordzeekanaal over. Als je door de tunnel moet wordt het ’te onzeker’, vinden ze. Dan kom je maar hier zitten’. Als dat vertrouwen wekt, goed. Zo hebben we ook gekozen voor Rotterdam. Die regio kun je ook moeilijk efficiënt bevoorraden vanuit Zaandam. Aan de andere kant moet je de omvang van die vestigingen ook weer niet overschatten. Er werken drie tot vijf mensen en die hebben gewoon de hele dag werk. Los daarvan ken ik elke vestigingsmanager en elke medewerker persoonlijk.’’

SAMENHANG

Als elke generatie Op den Velde ooit een stap qua groei heeft gezet, dan is het in navolging van vader Hans (staal) voor zoon Wout niet de bedoeling om bijvoorbeeld de markt van windenergie te betreden. ,,Dat is echt een stap te ver, misschien ook wel branchevreemd.’’ Plannen om de ogenschijnlijk eveneens branchevreemde staalgroothandel van de hand te doen, heeft Op den Velde niet. ,,Er is wel degelijk samenhang tussen staal en industrie, omdat de klanten, de afnemers, vaak dezelfde zijn. ’Oh, doen jullie ook staal’, of andersom: ’hebben jullie ook een groothandel voor de industrie’. Dat levert over en weer telkens nieuwe klanten op.’’

LOKAAL

,,Onze kracht is dat we lokaal zijn gevestigd, dichtbij de grote afnemers. Daarnaast heeft een vestigingsmanager voldoende bevoegdheden om slagvaardig te kunnen opereren. Dit staat haaks op de centralisering en samensmelting die de groothandelsmarkt kenmerkt.” ,,Veel familiebedrijven zijn in handen gekomen van grote bedrijven, organisatorisch opgeslokt in een centrale organisatie. Klanten herkennen het oude, vertrouwde familiebedrijf met de korte lijnen niet meer en gaan op zoek naar een andere leverancier. Zo hebben wij veel nieuwe klanten gekregen die waarde blijven hechten aan tradities en het persoonlijke contact van Op den Velde.’’